woensdag 4 april 2012

En toen was er stilte...


En toen was er stilte…
Lamgeslagen was ik. Door al wat dichtbij en veraf gebeurde, en nog gebeurt.
De drama’s volgen elkaar op.
Ongelukken, moordpartijen.
Kinderen en andere onschuldigen laten het leven op een onverwacht moment.
En telkens weer dat vreselijke woord…: ‘slachtoffer’.
Zestiende-eeuws en letterlijk: ‘offerdier dat geslacht wordt’.
Hoewel doorheen de tijd die betekenis niet meer woordelijk wordt genomen, blijf ik die slachting en dat offeren erin horen en ik blijf het vreemd vinden waarom er geen ander woord gangbaar werd om die mensen te benoemen die door ongeluk beproefd worden.
Waarom niet ‘de getroffenen’, ‘de noodlottigen’, ‘de verongelukten’ of een andere minder gewelddadige benaming…?

Het is een feit dat sommige mensen echt, en letterlijk, slachtoffer zijn.
Zij die met geweld afgemaakt worden in oorlogen, razernij.
Maar er zou een nuance moeten zijn tussen het benoemen van diegenen die in een ongeluk, of door ziekte omkomen en diegenen die met opzet koudweg gedood worden.
Het woord ‘slachtoffer’ vind ik te krachtig om de kinderen en hun begeleiders te benoemen die omkwamen in het busongeluk te Sierre.
Het snijdt in hun onschuld.
Het maakt hun ‘zijn’ harder.
Het geeft het gevoel dat er iemand schuldig is.
Dat zou dan de persoon moeten zijn die de verongelukten tot slachtoffer maakte.
En daar klinkt opzettelijkheid in. Maar ook hij liet het leven…

De stilte zal nog lang dreunen in de kamers waar vroeger werd gelachen.
De pijn van het gemis zal voor altijd wegen. En alle nieuws over verlies zal persoonlijk beleefd worden. Herbeleefd.
Zij die achterblijven, en geacht te worden door te gaan in dit leven, zullen gebukt gaan onder de herinnering van het verleden.

En de wereld draait door…
Het mensdom draait door…

Tijd is genadeloos.
Of genadig…?

Laat hem vooral helend zijn, en mild, voor zij die gehavend door het leven moeten.
En bikkelhard, tot in de eeuwigheid, voor zij die ongenadig over lijken gaan.