En toen was
er stilte…
Lamgeslagen
was ik. Door al wat dichtbij en veraf gebeurde, en nog gebeurt.
De drama’s
volgen elkaar op.
Ongelukken,
moordpartijen.
Kinderen en
andere onschuldigen laten het leven op een onverwacht moment.
En telkens
weer dat vreselijke woord…: ‘slachtoffer’.
Zestiende-eeuws
en letterlijk: ‘offerdier dat geslacht
wordt’.
Hoewel doorheen
de tijd die betekenis niet meer woordelijk wordt genomen, blijf ik die
slachting en dat offeren erin horen en ik blijf het vreemd vinden waarom er geen
ander woord gangbaar werd om die mensen te benoemen die door ongeluk beproefd
worden.
Waarom niet
‘de getroffenen’, ‘de noodlottigen’, ‘de verongelukten’ of een andere minder gewelddadige benaming…?
Het is een
feit dat sommige mensen echt, en letterlijk, slachtoffer zijn.
Zij die met
geweld afgemaakt worden in oorlogen, razernij.
Maar er zou
een nuance moeten zijn tussen het benoemen van diegenen die in een ongeluk, of
door ziekte omkomen en diegenen die met opzet koudweg gedood worden.
Het woord
‘slachtoffer’ vind ik te krachtig om de kinderen en hun begeleiders te benoemen
die omkwamen in het busongeluk te Sierre.
Het snijdt
in hun onschuld.
Het maakt
hun ‘zijn’ harder.
Het geeft
het gevoel dat er iemand schuldig is.
Dat zou dan
de persoon moeten zijn die de verongelukten tot slachtoffer maakte.
En daar
klinkt opzettelijkheid in. Maar ook hij liet het leven…
De stilte
zal nog lang dreunen in de kamers waar vroeger werd gelachen.
De pijn van
het gemis zal voor altijd wegen. En alle nieuws over verlies zal persoonlijk
beleefd worden. Herbeleefd.
Zij die
achterblijven, en geacht te worden door te gaan in dit leven, zullen gebukt
gaan onder de herinnering van het verleden.
En de
wereld draait door…
Het mensdom
draait door…
Tijd is
genadeloos.
Of genadig…?
Laat hem
vooral helend zijn, en mild, voor zij die gehavend door het leven moeten.
En bikkelhard,
tot in de eeuwigheid, voor zij die ongenadig over lijken gaan.