Waar is de
Vriezeman…? Die uit mijn kindertijd…
Dit is
nochtans zijn seizoen.
Nu zou hij
het land moeten bezaaien met ijzige witte decors en krakende bevroren plassen.
Hij zou nu
moeten regeren en niet zijn plaats afstaan aan een opdringerige, veel te lange
herfst, die van geen ophouden weet.
Als dit de
winter is, dan moet de straat leeg zijn.
In winters bespeur
je slechts af en toe een enkeling die de kou trotseert. Ineengedoken, de muts
tot net boven de ogen, handen diep in de zakken begraven, met een mistige
ademwolk die, in een zekere cadans, voor hem uitwaait.
In diezelfde
winters maken de poezebeesten van de buurt er een sport van om een plek te
bemachtigen op de warme motorkap van een net geparkeerde wagen en voeren
troepen mezen oorlog voor de eigendomsrechten van die ene mezenbol…
Niets van
dat alles dit jaar…
Het
roodborstje dat zich rond deze tijd komt tegoeddoen in onze tuin, is in de
verste verte niet te bespeuren. Hij zorgde nochtans voor het perfecte plaatje.
Als op een
ouderwets kerstkaartje zat hij mooi rood te wezen in een achtergrond van wit
met nog een vleugje groen…
Je kon hem
zelfs op ooghoogte bewonderen. Zo gewend was hij geraakt aan onze passage door
zijn winterverblijf.
Ik vraag
mij af op welk adres hij nu eet…
Er zijn
geen zekerheden meer.
Zelfs de
seizoenen laten het afweten.
Toen ik
kind was, ging in november de kachel aan in huis.
Dit ritueel
luidde het begin van de winter in. We wisten dat de kou zou komen en die kwam!
Elk jaar
breide ons ma een nieuw setje wanten, muts en sjaal, en op koude dagen lagen
die voor te warmen op de rand van de stoof tot het tijd was om naar school te
gaan.
Zelfs met
die warme wol, zo herinner ik mij, was de kou niet te harden.
Het leek
een eeuwigheid te duren voor er weer leven kwam in dat half bevroren gezicht.
Handen en
voeten tintelden in een poging om weer op te warmen, en mijn god, dat deed
zeer! Dat staat me nog zo levendig voor de geest! Voor een kind is dat een
marteling!
En ’s
anderendaags was er weer zo’n dag.
Een heel
seizoen lang, van ijsbloemen op het slaapkamerraam, ijskegels aan de dakgoot,
feeëriek getooide takken en grassprieten die glinsterden in de winterzon.
En de geur
van vrieslucht gemengd met die van het stijf bevroren wasgoed aan de waslijn
onder het afdak… Als je daar al rennend tegenliep, had je kans op een buil of
een snijwond! Zo hard waren die hemden en onderbroeken!
Op school
werden een aantal emmers water over de speelplaats gekieperd die, na wel heel
korte tijd, veranderden in echte ijsbanen.
Daar vlogen
alle kinderen op af en het werd een bonte mix van groot en klein die niet
altijd ongehavend uit de strijd kwamen… De blauwe plekken of de zeldzame
schaafwond moest je er bijnemen, maar die wogen niet op tegen het plezier en de
samenhorigheid die doorzinderden tot in de klas.
Soms herken
ik dit tafereel uit mijn kindertijd, als op een zeldzame keer de kreek
dichtgevroren is en een massa mensen zich daarheen begeeft om te gaan glijden.
Ook daar
dan niets dan glunderende gezichten en kreten van plezier en spanning. Geduldige
ouders helpen hun kroost met hun eerste schaatspassen op het ijs, of ze trekken
de slee als gedweeë rendieren… En niemand klaagt.
Er zijn ook
de toeschouwers die op hun manier deelnemen aan de pret. Zij staan te genieten
aan de kant en maken een praatje met hun ‘buur’…
Daar horen
steevast hun nostalgische herinneringen bij over hun eerste ijservaring, de
slee die hun vader in mekaar timmerde met een oude stoel, de schaatsijzers die
onder de schoenen werden gebonden, …, over hoe ze risico’s namen want dat
vroeger niet gecontroleerd werd hoe dik het ijs was of dat ze bij de boeren op
de weiden gingen schaatsen…
Daar valt
op hoe het ijs mensen verenigt.
Bedolven door gedachten aan hun kindertijd, lijken zij milder te worden, en minder
afstandelijk.
Of is het
de bijtende kou die hen fragieler en kwetsbaarder maakt…? Zoeken ze daarom
toenadering bij elkaar…?
Als dit de
winter is, dan zou de straat leeg moeten zijn en dan zou iedereen op de kreek
moeten staan, verenigd in de koude, zich verwarmend aan het kleurige schouwspel
en aan elkaars glimlach…
Daar kan
geen aangelegde schaatsbaan tegenop.
Niets
vervangt de echte Vriezeman. Die uit mijn kindertijd…
Alleen hij
kan zorgen voor die ongedwongen en warme sfeer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten